Design Thinking groeit als innovatiemethode in populariteit. LEF Innovatie heeft daarom deze methode verwerkt in haar concept ‘De Denktank’.
Wij zetten Design Thinking in om creatieve ideeën tot leven te wekken en slimme oplossingen voor actuele vraagstukken te ontwikkelen. Er wordt vaak gezegd dat Design Thinking een methode is om oplossingen te zoeken voor problemen maar het hoeven natuurlijk helemaal niet altijd problemen te zijn. In plaats van de vraag, “welk probleem ga je oplossen?” Stellen wij liever de vraag : “Hoe kunnen we de gebruiker gelukkiger maken, eenvoudiger laten leven of meer luxe en gemak bezorgen?” Het nadenken over iets nieuws wordt leuker als je niet vastzit in de mindset van ‘het probleem’ vandaar dat wij liever praten over ´het vraagstuk´.
Uniek aan de Design Thinking methode is het centraal stellen van de gebruiker en zijn of haar behoeften. Definieer als ‘Denktank’ het vraagstuk, doe uitgebreid onderzoek, brainstorm over oplossingen, maak een tastbaar prototype en test dit in de realiteit. Het levert je veel en snel informatie op om verandering, vernieuwing en verbetering in gang te zetten.
Door Design Thinking als innovatiemethode te kiezen en dit te combineren met de kracht van het collectief is ons concept ‘De Denktank’ ontstaan. Bij alle organisaties klotst het talent namelijk tegen de plinten. Wij geloven dan ook dat vanuit alle lagen van een organisatie ontzettend veel waardevolle informatie en inbreng kan komen. Laat iedereen spreken en luister naar ieders mening, doe ervaringen op en kom samen tot de beste ideeën. Simpelweg omdat de kracht van het collectief groter is dan dat van het individu.
In deze blog vertellen we je graag wat meer over de stappen van Design Thinking en hoe LEF deze inzet.
De stappen van Design Thinking
1. Verken het vraagstuk
Het verkennen van de vraag is van groot belang voor het slagen van je innovatieproject. Pas als je de vraag scherp hebt, kun je empathisch onderzoek gaan doen onder gebruikers waarvoor je iets gaat ontwikkelen.
Dus start met het begrijpen van het vraagstuk. Ga op zoek naar antwoorden op vragen als:
Hoe is de vraag ontstaan?
Waarom wil je antwoord op juist deze vraag?
Wat zorgt ervoor dat de vraag moeilijk oplosbaar is?
Wat is er eerder gedaan om antwoord te krijgen op je vraag?
Wanneer je antwoorden hebt op bovenstaande vragen, kan het zo maar zijn dat de onderzoeksvraag toch net iets anders blijkt te zijn of anders geformuleerd moet worden om een goed onderzoek te starten.
2. Heb empathie Je kunt pas een succesvolle oplossing ontwikkelen, als je volledig snapt hoe het leven van degene voor wie je iets gaat ontwerpen eruitziet. Ga in gesprek met stakeholders, experts en gebruikers. Voordat je start, zul je dus in kaart moeten brengen wie in dit geval de betrokkenen zijn. Je dompelt jezelf daarna helemaal onder. Dit betekent dat je niet alleen wilt weten hoe ze tegen het vraagstuk aankijken maar je leert de betrokkenen zo goed mogelijk kennen. Je wilt weten wat ervaringen zijn maar ook waar evt. pijnpunten zitten en waar ze behoefte aan hebben. Dit kun je doen door ze o.a. te interviewen, te observeren en door te luisteren.
Er wordt door organisaties helaas nog te vaak gedacht dat ze heel goed weten wat de gebruikers nodig hebben of hoe een proces het beste ingevuld kan worden zonder enige vraag te stellen. De empathie fase is naar onze mening dan ook de KERN en onderscheidt Design Thinking van andere manieren van innoveren.
3. Definieer het probleem
Alle informatie die je in de Empathiefase hebt opgehaald, wordt in deze fase uitgebreid bestudeerd. Het doel van deze fase is om o.a. behoeften, pijnpunten en kansen te ontdekken. Daarna gebruik je al deze informatie om tot één ontwerpvraag te komen, kort maar krachtig geformuleerd. Een goede ontwerpvraag kan alleen ontstaan als je de betrokkenen goed hebt begrepen. De informatie en kennis die je hebt verzameld is een prachtig uitgangspunt om een dienst, product of verbetering te ontwikkelen die het daadwerkelijke vraagstuk beantwoordt.
4. Genereer ideeën Hierbij worden ideeën verzameld die zijn gebaseerd op de informatie van de 2e en 3e fase. We starten met deze fase als de ontwerpvraag haarscherp is. Een ontwerpvraag begint b.v. met:
· Hoe kunnen we…
· Bedenk/ontwerp…
· Bedenk verschillende manieren om…
· Op welke manieren kunnen we…
Zodra de ontwerpvraag bekend is dan kan het feest beginnen. We gaan ideeën bedenken. Zoveel mogelijk ideeën met zoveel mogelijk variatie. Om dat te bereiken gelden in deze fase een aantal spelregels. De spelregels zorgen voor een veilige denkruimte waarin iedereen in alle vrijheid ideeën kan inbrengen. De spelregels zijn:
· Stel je oordeel uit. Dus lever geen kritiek op elkaars ideeën
· Streef naar kwantiteit en afwisseling en geef niet te snel op
· Spring gerust van de hak op de tak. Het mag chaotisch verlopen en wilde ideeën zijn toegestaan.
· Lift met een ander idee mee. Blijf niet te lang in je eigen hoofd hangen.
5. Maak een prototype Een prototype is een eenvoudig model van een potentiële oplossing. De beste ideeëngaan we vertalen naar iets tastbaars wat een ander makkelijk begrijpt. Dit kun je op verschillende manieren doen. Voor het ontwikkelen van een nieuwe app zou je kunnen starten met het uitschrijven van de verschillende schermen. Voor een dienst zou je een storyboard kunnen maken. Maar in bijna alle gevallen spreekt een tastbare uitwerking van je ideeën het meest tot ieders verbeelding. Om zo´n tastbaar prototype te maken, hebben wij Kees ontwikkeld. Kees helpt je bij het maken. Kees zit bomvol met materialen. Als Kees zich opent dan gaat je creatieve brein stromen, ook voor de mensen die zeggen niet creatief te zijn😊 Je prototype hoeft nog niet te werken. Je maakt dit soort prototypes om te onderzoeken hoe je idee eruitziet (vorm, formaat, kleur etc.) en hoe het zou werken in de praktijk. Het prototype hoeft niet perfect of mooi te zijn, het moet simpelweg de vorm en/of functie van je product of dienst laten zien.
6. Test je oplossing Nu je één of meerdere prototypes hebt gemaakt, gaan we terug naar de gebruiker en gaan we de ideeën toetsen. Aan de hand van het prototype leg je het idee uit en vertel je hoe het zou moeten werken. Een prototype moet laten zien dat het een uitgewerkt idee is maar dat het nog niet af is. Je wilt dat gebruikers aanvullende ideeën en suggesties durven geven. De feedback van gebruikers op een prototype, is cruciaal voor het slagen van je project. Met de feedback uit de testfase kun je verder bouwen aan een product of een dienst die bij de doelgroep past.
Comments